Artikel verschenen in Pensioenbelangen, een uitgave van de Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen, maart 2023

Net voor het kerstreces heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Wet Toekomst Pensioenen. De coalitie heeft samen met een deel van de oppositie gekozen om ons typisch Nederlands pensioenstelsel, dat steunde op onderling vertrouwen en overleg tussen het maatschappelijk middenveld, te ruilen voor iets dat veel meer op een financieel product lijkt. Het pensioen wordt – als de Eerste Kamer ook instemt – individueler, onzekerder en minder solidair.

Deze invulling van het ouderdomspensioen past wellicht bij een individualistische maatschappijvisie die je vaker tegenkomt bij D66, VVD en Volt, maar die je niet zou verwachten van PvdA, CU, GroenLinks, CDA en SGP. Maar eigenlijk zouden alle partijen zich zorgen moeten maken over de onzekerheden en fouten die nog in het nieuwe pensioenstelsel zitten. Het plan is om 1.500 miljard euro over 20 miljoen individuele potjes te verdelen. Bij zo’n enorme stelselwijziging – waarbij alle moeizaam tot rampzalig verlopen stelselwijzigingen uit het verleden in het niet vallen – kun je zo’n grote onzekerheden niet permitteren.

Ondanks al deze onzekerheden beëindigde de Tweede Kamer de discussie en stemde voor het nieuwe pensioenstelsel. Want, zo luidde de redenering, ‘er is al tien jaar onderhandeld’ , en ‘we hebben er al honderd uur over vergaderd’, in de opmerkelijke veronderstelling dat dit valide redenen zijn om de grootste stelselwijziging in de Nederlandse geschiedenis door te voeren. 

Het meest aangevoerde argument was echter dat uit ‘berekeningen van deskundigen blijkt dat iedereen erop vooruit gaat’. Het gegeven dat er zeker zoveel berekeningen waren waaruit blijkt dat in heel veel gevallen er heel veel deelnemers op achteruit gaan werd gemakshalve vergeten.  En deze berekeningen zijn ook gemaakt door ter zake deskundige personen.

Het nieuwe pensioenstelsel en de wijze waarop deze aan de samenleving wordt opgelegd heeft vele overeenkomsten met andere crises in de Nederlandse politiek. Een belangrijk deel van onze sociale zekerheid, een welvaartsvaste oudedagsvoorziening voor mensen die vaak tientallen jaren hebben gewerkt en premie hebben betaald, wordt van achter een bureau fundamenteel overhoop gegooid. Bestaande rechten worden zonder toestemming aangepast. En de essentie van het pensioen verandert: van een collectief spaarsysteem wordt het veel meer een financieel product.

Een fundamentele discussie hierover wordt niet gevoerd. De uiteindelijke beslissing wordt genomen op basis van een rekenmodel, in plaats van op de vraag hoe we onze samenleving willen inrichten. Een open en eerlijk debat over het realiteitsgehalte van dit rekenmodel ontbreekt. En een ‘samen uit, samen thuis regeling’, waarbij we het risico delen op basis van onderling vertrouwen, wordt vervangen door een wirwar aan technische en juridische regels dat dit vertrouwen moeten vervangen.

Alliantie is een burgerbeweging die zich tegen deze manier van besluitvorming keert. Die leidt niet alleen tot fout overheidsbeleid, maar zorgt er ook voor dat een beperkt aantal deskundigen met een particuliere maatschappijvisie de macht heeft om een heel stelsel te veranderen op een manier die we eigenlijk niet willen. Wij willen weer grip op ons land, op onze eigen toekomst, op onze eigen oudedagsvoorziening. Die moet weer het gevolg zijn van de keuze die we samen maken, in plaats van de toevallige uitkomst van een rekenmodel of de opinie van een kleine groep deskundigen.

Wij willen een solidaire samenleving, waar we samen het risico delen. We willen geen individuele potjes en pech- en gelukgeneraties. We willen stabiele uitkeringen en geen onzekerheid als gevolg van persoonlijke verhogingen en verlagingen. En we denken dat een gedegen bestuur door de samenleving zelf een betere garantie is voor goed beheer en een welvaartsvast pensioen dan steeds meer en steeds restrictievere technocratische rekenmethodes en juridische regels.

Alliantie staat voor een pensioen waar de samenleving centraal staat. Dat betekent geen overheidspensioen, maar ook geen pensioen in de vorm van een financieel product in de vrije markt. Alliantie staat voor een pensioen waarbij het beheer plaatsvindt door werknemers, werkgevers en gepensioneerden gezamenlijk. Dat betekent een beperktere rol voor de overheid en voor de toezichthouder, de DNB.

De toegepaste rekenrentes moeten niet te ver verwijderd liggen van het daadwerkelijke rendement. Toepassing van de zogenaamde ‘risicovrije rente’ past wellicht bij pensioen als een verhandelbaar financieel product, maar niet bij pensioen als een collectief spaarsysteem voor de lange termijn. Het is juist de keuze voor die risicovrije rente die heeft gezorgd voor het jarenlange niet-indexeren van de pensioenen.

Met minder regels en minder bureaucratie kunnen pensioenfondsen zich dan weer bezig houden met taak waarvoor ze op aarde zijn: door verstandig beheer redelijke rendementen halen op het ingelegde pensioengeld, zodat de deelnemers op een betaalbare wijze verzekerd zijn tegen armoede na hun pensionering. En dit alles onder het toezicht van de daadwerkelijk betrokkenen: werknemers, werkgevers en gepensioneerden.