Brabants Dagblad 9 maart, 2023

De leegte van het Brabantse stikstofbeleid

Om de natuur te redden is Brabant door het provinciebestuur op slot gezet. Maar gaat het echt zo slecht? Of deugen de rapporten niet?

Brabant moet op slot om ‘de natuur te redden’. De opgetrommelde pers kreeg vorige week op het provinciehuis te horen dat de staat van de Brabantse natuur slecht is. Dat bleek uit de nieuw gemaakte natuuranalyses. Nieuwe vergunningen kunnen tot nader order niet meer worden verleend. ‘Alle vakjes kleurden rood’, zo zei gedeputeerde Roijackers over de staat van de natuur in Brabant. ‘We moesten dus wel ingrijpen’.

Uit ervaring weet ik dat er wel eens wat ruimte kan zitten tussen wat er in een rapport staat en wat er gezegd wordt tijdens de perspresentatie. Ik woon vlakbij de Kampina en kom er graag, dus heb ik het 286 pagina’s tellende rapport over dit natuurgebied maar eens doorgeploegd.

“Zo’n natuuranalyse is geen veldonderzoek, maar een bureauonderzoek”

Het eerste dat opvalt is dat zo’n natuuranalyse geen veldonderzoek is. Het is een bureauonderzoek op basis van bestaande kaarten, tellingen, modelberekeningen en een vijf jaar oud beheerplan. Alles wat er in staat is eigenlijk al bekend. Het is opmerkelijk dat hierdoor de vergunningverlening van de een op de andere dag is stilgelegd, want nieuwe informatie staat er niet in.

Het tweede dat opvalt is dat er niet zozeer wordt gekeken naar de staat van de natuur. Het rapport kijkt of de ‘instandhoudingsdoelstellingen’ worden gehaald. Dat is heel wat anders. Om die te halen moeten de natuurtypen in kwaliteit en omvang er fors op vooruit gaan.

Kaartjes uit 2013

In het rapport worden de natuurkaartjes uit 2020 vergeleken met de kaartjes uit 2013. Uit die vergelijking blijkt dat vrijwel  alle beschermde natuurtypen in de Kampina groter zijn geworden. Maar of dat in werkelijkheid zo is, weten we eigenlijk niet. De kaart van 2013 gebruikt andere criteria voor een natuurtype dan die van 2020. Het rapport doet geen poging om tot één definitie te komen zodat er een conclusie kan worden getrokken. Het laat het bij de constatering dat we het niet zeker weten.

Ook over de kwaliteit van de natuurtypen – en of die kwaliteit beter of slechter is geworden – biedt het rapport weinig duidelijkheid.  Van veel van die typen hebben we in 2013  de kwaliteit niet vastgesteld , bij veel weten we evenmin hoe het er nu voorstaat.

Dat resulteert in een bizar overzicht op pagina 203 waarin geconcludeerd wordt dat van alle 15 in de Kampina aanwezige beschermde natuurtypen er van geen enkele kan worden gezegd of de oppervlakte of de kwaliteit toe- of afneemt.

Maar waar komt dan die tekst in het persbericht dan vandaan? Die komt uit de conclusie van het rapport, waarin dezelfde feiten op een heel andere manier worden gepresenteerd. Op pagina 216 staat weer zo’n overzichtje van de 15 natuurtypen. Nu staan ze echter allemaal in een waarschuwend rood vakje. Pas als je de legenda nauwkeurig bestudeert zie je hoe dat komt: als je niet voldoende kennis hebt, krijg je ook een onvoldoende en kleurt het vakje rood. Dat is bij 12 van de 15 natuurtypen het geval. Van de overige 3 natuurtypen wordt er maar bij één stikstof als één van de knelpunten aangewezen.

In het persbericht en in het politieke debat wordt dit ‘we weten het niet, want we kijken niet goed genoeg’ vervormd tot ‘het gaat heel slecht met de natuur’. Op basis daarvan wordt de vergunningverlening in een straal van 25 kilometer rond de Kampina stilgelegd, want ‘de vakjes moeten weer groen worden’. Dat is een gebied van tweeduizend vierkante kilometer.

Virtueel succes

Vervolgens wordt er een heel pakket maatregelen bedacht die voornamelijk met stikstof te maken hebben. Want voor het bepalen van het effect voor stikstofmaatregelen hoeven we in theorie de natuur niet in. Dat hebben we in een computermodel gestopt, dus we kunnen gewoon naar ons computerscherm kijken. Het virtuele succes is dan snel gemeten.

Maar voor vergunningverlening zal dat niet helpen. Want de vakjes zijn in de eerste plaats rood,  omdat we niet genoeg onderzoek naar de echte natuur doen. Er blijkt uit niets dat we dat onderzoek nu wel gaan doen. En dat is belangrijk, want al die vakjes blijven dan rood, ongeacht hoeveel boeren we uitkopen, hoeveel miljarden we er tegenaan gooien en hoeveel vergunningen we ook intrekken. En dus blijft de vergunningverlening stilliggen, met grote gevolgen voor de economie, het verkeer en de woningbouw.

“Het stikstofbeleid is in de eerste plaats een bestuurlijk drama”

Het stikstofbeleid is dan ook in de eerste plaats een bestuurlijk drama. De echt relevante informatie verzamelen we niet of nauwelijks, maar in plaats daarvan leggen we ons lot en de toekomst van onze leefomgeving in handen van een computermodel dat maar kijkt naar één ding: stikstof. En niemand lijkt hier iets aan te willen veranderen, want we steggelen alleen maar om jaartallen of andere details.

Wie echt natuurbeleid wil voeren, laat de tunnelvisie op stikstof los en gaat weer kijken naar de natuur. Dat doen ze in 25 andere Europese landen ook. Daar kunnen niet alleen gewoon huizen gebouwd worden – ook in de gebieden met veel stikstof – maar het leidt ook tot effectievere maatregelen en betere resultaten voor de natuur.

De Brabantse natuuranalyses laten echter zien dat de coalitiepartijen koste wat kost op deze doodlopende weg willen blijven doorgaan. Wilt u dat niet, dan zult u op een andere partij moeten stemmen 15 maart.

Henriette van Hedel, 42 jaar, woont in Boxtel en is lijsttrekker van Alliantie in Noord-Brabant. Alliantie is een nieuwe politieke partij en doet in 3 provincies (Brabant, Overijssel en Drenthe) mee aan de Provinciale Statenverkiezing op 15 maart a.s. www.alliantie.nl