Door Jurr van Dalen, Jos van Ginneken, Hein van den Berg, Emma Palmen en Lizette Lemmens
De overheid wil graag dat we het openbaar vervoer gebruiken. Met name trein wordt ons aanbevolen en niet zonder reden, want het noodlijdende Nederlandse Spoorwegen kan wel wat extra klanten gebruiken. Opmerkelijk is dan ook het voornemen van diezelfde overheid en NS om in plaats van méér treinen te laten rijden en de verbindingen met Duitsland en Frankrijk te verbeteren, internationale treinreizigers tijdens de zomermaanden te verplichten online te reserveren. Doe je dit niet, dan ben je niet verzekerd van een plekje én is je kaartje ook nog eens duurder. Belangenorganisaties zoals de ANWB, KBO-PCOB en Rover omschrijven dit voornemen als ‘het minst slechte van de slechte oplossingen’. Ook wat ons betreft verdient de treinreiziger beter.
Het openbaar vervoer in Nederland loopt al langer achteruit en op geen enkel overheidsniveau lijkt het OV als publieke voorziening écht gedragen te worden. Opmerkelijk is dit wel, want wij burgers wordt om de haverklap verteld dat wij de auto moeten laten staan en minder vervuilende vervoersopties moeten kiezen. Ook wordt ons vaak verteld dat we ‘meer Europa’ nodig hebben. .Over het belang van een fatsoenlijke OV-verbinding met Duitsland en België hoor je nagenoeg niemand.
Vanuit Utrecht of Den Haag bekeken zijn Antwerpen, Maasmechelen, Gent, Genk, Hasselt, Münster, Aken, Keulen, Duisburg, Osnabrück en Düsseldorf wellicht exotische bestemmingen, maar menig Brabander, Zeeuw, Limburger, Drent, Twent en Achterhoeker zijn er vaker dan in de Rotterdamse Koopgoot..
De Maaslijn – zo ongeveer het laatste vervuilende dieseltraject in Nederland – dat door Limburg, Noord-Brabant en Gelderland loopt is eveneens een heel goed voorbeeld van falend beleid. Na 20 jaar kissebissen is dit traject nog steeds niet op orde en rijdt de – vervuilende – trein ook nog eens steeds vaker stations voorbij omdat deze te vol is, of valt zelfs helemaal uit. Tegelijkertijd stijgen de prijzen voor openbaar vervoer; een ontwikkeling die niet meer valt uit te leggen. Het zal de reiziger zeker niet verleiden om over te stappen van auto naar OV.
Wanneer reservering voor treinen over de grens de norm wordt, belemmert dit de Nederlandse niet-Randstedeling en in het bijzonder onze ouderen die minder digitaal vaardig zijn. De innovatie in het OV zou moeten plaatsvinden door bedrijven uit te dagen met vernieuwende vervoersmogelijkheden te komen die wél voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn. Problematisch is dat openbaar vervoer te vaak niet als publieke voorziening wordt gezien, maar als een kosten- en sluitpost. De maandenlange stakingen van buschauffeurs is hiervoor exemplarisch.
Het OV moet weer geherwaardeerd worden tot publieke voorziening waar mensen een boterham kunnen verdienen en met trots over vertellen op verjaardagen. Het OV zou geen marktproduct moeten zijn waar winst op gemaakt moet worden, maar een kostbaar goed waar bestuurders en beleidsmakers voorzichtig mee omspringen. Met name om de leefbaarheid in het Nederland buiten de Randstad in stand te houden is een goede bereikbaarheid met de regio noodzakelijk, ook als die het buitenland is. De bus- en treinreiziger verdient met andere woorden beter dan ‘het minst slechte van de slechte oplossingen’. Laat de wederopstanding van de publieke sector beginnen vanaf het perron!


Jurr van Dalen (oud-Statenlid provincie Drenthe), Jos van Ginneken (Brabant) en Hein van den Berg (Overijssel) zijn lid van politieke partij ALLIANTIE. Een beweging van zelfbewuste burgers met gemeenschapszin die weer grip op het beleid willen. Emma Palmen is oud-Statenlid Provincie Limburg, oprichtster en voorzitter van de Limburgse partij Omzien. Lizette Lemmens is mede oprichtster en penningmeester voor Omzien en oud- burgercommissielid binnen Provinciale Staten Limburg.
[Dit opiniestuk is op 28 juni in De Limburger gepubliceerd]