De Stentor, 4 maart 2023
Het stikstofbeleid en hoe dat de boeren raakt, dreef Pauline Ophuis uit Deurningen vorige zomer de politiek in. Ze besloot niet aan de zijlijn te blijven staan, maar te proberen zelf iets te veranderen. Maar indirect is het haar eigen neef die haar de politiek in dreef. Johan Vollenbroek, de man die met zijn stikstof-rechtszaken heel Nederland op slot zette.
Hoe ben ik hier beland?
Pauline Ophuis kijkt nog wel eens met verbazing naar de kieslijst voor de Provinciale Statenverkiezingen. Ze staat op plek 10 van de nieuwe partij Alliantie in Overijssel. Nooit had ze politieke aspiraties, maar vorige zomer veranderde dat.
De stikstofdiscussie, de boerendemonstraties. Het maakte haar boos. Onrechtvaardig, noemt ze het beleid waardoor de toekomst van vele boerenbedrijven in Nederland op het spel staat. En het stikstofbeleid waardoor Nederland op slot zit.
Maar nieuw is het voor haar allerminst. „Bij ons in de familie werd de discussie over stikstof al lang gevoerd voordat heel Nederland dat de afgelopen jaren ging doen.” Vooral dankzij haar neef. Dat is Johan Vollenbroek. De man die afgelopen jaren via de rechtszaken die hij aanspande de stikstofcrisis inluidde. Waarmee Nederland op slot werd gezet. Rechtszaken die zijn familie rechtstreeks raken.
„Johan komt ook van de boer”, vertelt Ophuis. Hij groeide op, op het bedrijf van haar oom en tante in de Achterhoek. Pauline had eenzelfde soort jeugd, op het boerenbedrijf van haar ouders in Deurningen. Inmiddels is dat van haar broer. En haar zus heeft een melkveebedrijf in Groningen.
Pauline Ophuis durft het vaak niet eens te zeggen, dat Johan Vollenbroek haar neef is. ‘Oh ben je er zo een?’, hoort ze dan vaak. „Nee, helemaal niet. Ik ben ook geen stikstofontkenner. Maar ik vind het beleid wel onrechtvaardig en ik mis de maatschappelijke discussie over hoe ver we willen gaan om kleine stukjes natuur te behouden. Terwijl het elders in Europa grootschalig aanwezig is.”
Het dreef haar afgelopen zomer de politiek in. Ze zag op tv en las in de kranten over de demonstraties van boeren. Over hoe Nederland op slot zit. En ze zag wat het doet met haar broer en zus en hun bedrijven. „Het maakte me boos, het voelde zo onrechtvaardig. Ik miste informatie, de discussies waren onvolledig.”
Na wat zoeken op internet kwam ze uit bij De Nieuwe Denktank, van stikstofdeskundige Marinus den Hartogh uit Wierden. Ze werd vrijwilliger, deed mee aan discussies. Toen Den Hartogh mede de partij Alliantie oprichtte, kwam de vraag of ze daar ook bij kon helpen. „En toen bleek later dat daar ook een plek op de kieslijst bij hoorde.”
Ze is er blij mee. Het voelt goed om via Alliantie ook écht een bijdrage te kunnen leveren. Boe roepen en langs de kant blijven staan lost niets op. „Sinds ik bij de partij ben, voel ik me niet meer boos. Ik kan iets doen. Meediscussiëren over hoe het wél zou moeten.”
Ze heeft vooral moeite met de modellen waarop het stikstofbeleid is gebaseerd. Ze vergelijkt het met buienradar. „Ik heb die discussie wel eens met mijn kinderen ’s ochtends aan tafel. Zeggen ze, mam, wil je ons wegbrengen, het regent? Dan zeg ik, kijk eens naar buiten, het is hartstikke droog. Maar buienradar zegt dat het regent. Zo is het ook met stikstof. Ga met
z’n allen het bos in, ga kijken hoe de natuur er echt aan toe is. In plaats van achter je scherm via modellen te bepalen hoe het met de natuur gesteld is.”

De verontwaardiging hierover is groot bij Ophuis. Het lijkt wel of de overheid steeds extremer wordt. Het rekenmodel bepaald alles en tegelijkertijd is er niemand in Den Haag die het model nog kan doorgronden. Er is ook niemand die kan garanderen dat we de stikstofgevoelige natuur ermee kunnen behouden omdat er altijd stikstof vanuit het buitenland aanwezig zal zijn. Dan moet je je afvragen of niet al ons belastinggeld in een bodemloze put wordt gegooid.
Ze zegt de maatschappelijke discussie te missen. Hoeveel mag het kosten om een half voetbalveld aan veenmos te behouden? Hoe denkt de ‘gewone man’ erover? Wat haar betreft begint dat met transparantie. „Vertel als overheid eerlijk wat je wil en waarom je dat wil. Vind je dat Nederland veel minder boeren moet hebben? Zeg dat dan en verschuil je niet achter stikstof.”
Ze hoopt dat Alliantie die transparantie kan brengen en dat de partij kan helpen de door haar zo gewenste discussie aan te zwengelen. „Zonder te polariseren of de ander je mening op te dringen.” Af en toe heeft ze weleens het gevoel alsof de overheid andere doelen nastreeft. Ik ben niet van links of rechts. Ik ben geen stikstofontkenner maar ook geen veganist. Je bent geen dierenbeul als je een plakje kaas op je brood doet. Als jij dat wel vindt en daarom veganistisch eet, prima. Maar bepaal niet via stikstof wat ik straks nog op mijn bord kan leggen.”
De partij is nieuw, ze doet naast Overijssel ook mee aan de provinciale verkiezingen in Drenthe en Noord-Brabant. Ophuis verwacht niet dat ze met haar tiende plek op de kieslijst ook echt in Provinciale Staten komt. „We hopen op drie zetels in alle drie de provincies. Daarmee kunnen we ook in de Eerste Kamer komen. Zodat we daar als middenpartij ook mee kunnen doen. En ik blijf zelf zeker betrokken bij de partij, ook zonder plek in de Staten.”
Haar neef wordt met zijn rechtszaken gezien als aanstichter van de stikstofcrisis. Zo ziet Ophuis dat niet. „Ik ben niet kwaad op Johan, hij doet gewoon zijn ding. De laatste keer dat ik hem zag was op de begrafenis van een oom. Mijn broer heeft sporadisch contact met hem. Het is een hele aardige man. De overheid heeft hem zelf een instrument in handen gegeven – met wetgeving die niet deugde – om heel Nederland plat te leggen.”
