Alliantie
voor écht natuurbeleid
Natuurbeheer is vakwerk
De natuur is beter af als de vakman weer het beleid bepaalt, in plaats van de rechter of de modellenmaker.

Geen tunnelvisie meer
Als enige land in Europa richt Nederland zich niet op de natuur, maar op een rekenmodel voor stikstof.

Algemene maatregelen
Stikstof laat zich het best terugdringen door maatregelen die voor iedereen gelden.

Geen misbruik van rekenmodellen
Rekenmodellen moeten we niet gebruiken waar ze niet geschikt voor zijn. Dat is logisch. Toch doen we het.

Goed natuurbeheer is vakwerk: de meest effectieve maatregelen zijn voor elk gebied anders. Ervaren en betrokken vakmensen zien het beste welke maatregel het meest helpt. Door de veranderlijkheid van de natuur en de steeds veranderende omgevingsomstandigheden kunnen we hiervoor geen rigoureus, technisch model vaststellen.
Goede natuur vraagt ook om een afweging van belangen: wat is de maatschappelijk impact, hoe geef ik ruimte voor natuurinclusief boeren, hoe zorg ik voor voedselzekerheid, volksgezondheid en voor een leefbaar land in harmonie met de natuur?
Maar die afweging wordt niet gemaakt. Ook voor vakwerk is er nauwelijks plaats. Door onbuigzame regelgeving wordt het beleid niet door mensen bepaald, maar door een rekenmodel dat ook nog maar rekening houdt met één factor: stikstofdepositie. Het zijn de concrete gevallen die duidelijk maken hoe onverstandig dit is.
Bijvoorbeeld de recente beslissing van de Provincie Overijssel om een dwangsom op te leggen aan een jong boerenkoppel: zij moeten twee derde van hun koeien binnen een half jaar wegdoen, zo niet, dan moeten ze elke drie maanden 117.000 euro betalen. De reden hiervoor: op 13 kilometer van de boerderij ligt een Natura2000-gebied, en de boerderij zou zorgen voor een toename van 0,15 mol stikstof per jaar op sommige hectares in dat natuurgebied.
Wat zeggen kleine modeluitkomsten?
Een modeluitkomst van 0,15 mol stikstofdepositie per hectare per jaar is klein. Dat is een hoeveelheid die je niet kunt meten: meetapparatuur voor stikstofdepositie ziet pas verschillen als die meer dan honderd keer groter zijn. Deze toename van 0,15 mol is ook niet wetenschappelijk verantwoord te modelleren met het stikstofmodel dat de overheid gebruikt: de ruis – de willekeurige variatie – in dit rekenmodel is meer dan 40 keer hoger. Dat betekent dat een uitkomst van 0,15 mol niet significant is: het zegt niets over een toe- of afname van stikstofdepositie op het betreffende natuurgebied. Deze modeluitkomst is, in de woorden van TNO, gelijk te stellen met nul.
Deze modeluitkomst zegt niets over stikstofdepositie en zou dus ook niet in het beleid gebruikt mogen worden. En toch wordt op basis van deze modeluitkomst een familiebedrijf kapot gemaakt. Daar staat geen natuurverbetering tegenover. En wat het nog schrijnender maakt, is dat dit familiebedrijf zich altijd aan de regels en aanwijzingen van de overheid heeft gehouden.
Ook op andere plaatsen zien we de ellende die het stikstofbeleid veroorzaakt: natuurinclusieve, kleine veehouderijen moeten uit de buurt van natuurgebieden verdwijnen en worden vervangen door gewone akkerbouw. Dat zorgt weliswaar voor een beetje minder stikstof, maar ook voor minder biodiversiteit, meer insecticiden en herbiciden, een slechtere waterhuishouding en meer fijnstof. Dieren worden weggestopt in gesloten megastallen. En omdat we alleen maar naar stikstof kijken, doen we of dat een verbetering is.
De overheid doet alsof dit onontkoombaar is, alsof dit moet van Europa, maar een blik over de grens maakt duidelijk dat dit niet het geval is. Alleen in Nederland doen we alsof Europa ons dwingt bureaucratie belangrijker te vinden dan echt natuurbehoud en eerlijke regelgeving.
Het kan wel anders. De focus op stikstofdepositie moet worden losgelaten. Modeluitkomsten die niets zeggen, mogen niet gebruikt worden voor het beleid. De uitstoot van stikstof moet met algemene en voor iedereen geldende maatregelen worden beperkt, net zoals we dat met andere problematische stoffen met succes doen.
Ook moet het natuurbeleid weer door natuurbeheerders en minder door juristen worden gemaakt: natuurbeleid wordt niet beter als een rechter vanuit de rechtszaal gaat bepalen welke ecoloog de beste mening heeft en wat het beste natuurbeheer is. Daar is de rechter niet toe in staat. Regelgeving moet zo worden vormgegeven dat de rechter excessen en misbruik voorkomt en alleen toetst of de natuurbeheerder in redelijkheid tot deze beslissing heeft kunnen komen.
Ook aan de technocratisering van het natuurbeleid moet een einde komen. Natuurbeheer moet weer vakwerk worden. Er moet worden uitgegaan van de situatie in een natuurgebied en niet van abstracte rekenmodellen. Indien het natuurgebied duidelijk beter wordt door beëindiging van de stikstofuitstoot van een nabijgelegen boerderij, behoort uitkoop tot de mogelijkheden. De kosten hiervan moeten worden beschouwd als beheerskosten van het natuurgebied waarvoor dit boerenbedrijf wordt beëindigd. Dat zorgt ervoor dat er alleen uitkoop plaatsvindt als dit ook voor de natuur zin heeft. Het voorkomt dat er mooie, natuurinclusieve bedrijven worden opgeofferd alleen om een rekenmodel tevreden te stellen.